Ja. Anders. D66.

Geschreven door Wim van Geelen op 1 april 2010

” Ja. Anders. D66". Dat was de kreet die op alle verkiezingsaffiches, flyers en rondzendbrieven van die partij stond. Aan duidelijkheid laat dit niets te wensen over. Maar hoe anders is anders? Laat ik dat eerst eens onder de loep nemen landelijk om daarna af te dalen naar Woerden. Want hoe anders gaat het hier toe, nu D66 tot grotere verantwoordelijkheid is geroepen?

D66 heeft sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart bijna 4 x zoveel raadszetels gewonnen als in 2006. D66 keert niet alleen terug in gemeenten waaruit zij in 2006 was verdreven, maar gaat in een aanzienlijk aantal gemeenten in het College zitten. Niet in Amsterdam, want daar maakte de lijsttrekker van deze partij een beginnersfout en men is daar nu ondanks de grote winst die geboekt werd, tot de oppositie veroordeeld. Wel in gemeenten als Leiden, Haarlem, Hilversum en Wageningen, waar de partij het grootste aantal zetels heeft en de coalitieonderhandelingen leidt.

Een legitieme vraag is natuurlijk wat de gemeenten gaan merken van D66 aan de macht. Bestuurlijke vernieuwing, toch één van de speerpunten van die partij?

Uit de eerste berichten uit die gemeenten blijkt dat D66 in ieder geval af wil van de vuistdikke coalitieakkoorden. In Leiden is D66 voorstander van een zakencollege dat zich laat sturen door de Raad met veel inbreng van burgers. Dat laatste willen veel meer D66’ers in de gemeenteraden. Bestuurlijke vernieuwing wordt vooral daarin gezocht. Er zijn zelfs gemeenten waar D66 kandidaat-wethouders selecteert op hun bereidheid burgers meer te betrekken bij het beleid.

Opvallend daarbij is dat wel beleid wordt genoemd, maar niet uitvoering. Zeker in een tijd als er fors bezuinigd moet worden en er weinig ruimte is om nieuw beleid te maken is het veel relevanter om het accent op uitvoering te leggen. Als D66 hier ook het accent gaat leggen op beleid dan is het goed te bedenken dat de politieke kleur van colleges op het beleid niet overschat moet worden. Een wijsheid die ik ontleen aan een beschouwing van hoogleraar Korsten in een heel recent NRC-artikel over het anders besturen van gemeenten door D66. Hij heeft onderzocht dat het beleid slechts beperkt wijzigt na het aantreden van nieuwe colleges. Dat komt niet alleen doordat gemeenten voor ongeveer 80% het rijksbeleid moeten uitvoeren en vaak gebonden zijn aan langjarige overeenkomsten, maar ook vanwege lokale omstandigheden.

Dat laatste zal D66 hier ook merken. Er liggen afspraken met organisaties, er is een reeks van bestemmingsplannen gemaakt, er liggen visies op tafel, die je niet achteloos in het ronde archief kan opbergen, zonder dat zaken als rechtszekerheid en de integriteit van het bestuur in het geding komt.

Een eerste conclusie is dus dat het niet zo veel anders zal gaan met het aantreden van een nieuw College in Woerden met een D66-wethouder in zijn midden.

Met het coalitieakkoord zal het wel anders gaan. Veel minder dik dan dat van 2006. Dat is winst, maar of dat leidt tot een krachtig bestuur in Woerden is maar de vraag. D66 heeft daar overigens een antwoord op, want fractievoorzitter Jaap van der Does heeft al laten weten er niet tegen op te zien om met wisselende meerderheden te opereren. Zo wordt het nog spannend in de Raad en dat is, hoe je er ook tegenaan kijkt, pure winst. Anders ging het er ook aan toe bij de coalitieonderhandelingen. Die voltrokken zich in beslotenheid. Daar werden de knopen doorgehakt met als gevolg dat de openbare zittingen, die waren er ook, even snel afliepen als saai waren.

Ten slotte nog de samenstelling van het nieuwe College. Ook dat gaat anders met dank aan D66. Het is een mannenclub geworden en dat is voor een emancipatorische partij als D66 best even slikken geweest, veronderstel ik.

Maar als men weet dat de SGP het nieuwe coalitieakkoord ook haar volle steun geeft dan is dat logisch.

Die partij duldt namelijk geen vrouwelijke bestuurders. Bij Progressief Woerden staat nog scherp op het netvlies dat Loes Ypma met maar 1 stem tegen in de vorige periode tot wethouder benoemd werd. Die tegenstem kwam van Cor van Tuijl, toen net als nu het enige SGP-raadslid.

Stel je nou eens voor dat de nieuwe coalitie met een vrouw was aan komen zetten om wethouder te worden. Dan zou het toch te gek voor woorden zijn als een coalitiepartner haar op voorhand niet zou zien zitten en zou tegen stemmen?


Deel dit artikel