Thuiszorg

Geschreven door Wim van Geelen op 15 juli 2007

Minder overheid, meer markt. Dat besef drong in de jaren negentig door. Minder overheid, minder ambtenaren, minder kosten voor de burgers, die dus minder belasting hoefden te betalen.

Meer markt betekende ook concurrentie met alle zaligheden van dien. Burgers konden nu echt kiezen. Ze konden zelfs voor een dubbeltje op de eerste rang gaan zitten, maar als ze meer geld te besteden hadden konden ze ook meer waar voor hun geld vragen. Wie weet het nog? Maar het begon, aarzelend eerst, met iets waarmee de meeste burgers weinig van doen hadden: het loodswezen. Met veel bombarie werd dat geprivatiseerd. Voortaan konden de scheepskapiteins die de Nieuwe Waterweg opvoeren kiezen wie hen daarbij zou helpen. Of de dienstverlening erop vooruit zou gaan was maar de vraag, maar goedkoper zou het zeker worden. De beste stuurlui, die zoals bekend in tegenstelling tot de kapiteins aan wal plegen te vertoeven, zagen het somber in en na jaren van doormodderen bleek dat zij het gelijk aan hun kant kregen. De dienstverlening was bepaald niet verbeterd, maar de kosten waren wel schrikbarend omhoog gegaan. Ra ra hoe kon dat? Een vraag die niet gesteld, laat staan beantwoord werd. Want dan kijk je naar het verleden, terwijl de toekomst wenkt.

Inmiddels waren veel meer overheidsdiensten geprivatiseerd. Teveel om op te sommen. Vers in het geheugen ligt nog de ziektekostenverzekering. In tegenstelling met het loodswezen heeft iedereen daar mee te maken. Is het goedkoper geworden, is het beter geworden? De vraag stellen is haar beantwoorden.

Op gemeentelijk niveau kregen we de WMO. Onderdeel daarvan is de huishoudelijke zorg en daar moest ook de concurrentie op los gelaten worden. Het moest zelfs Europees worden aanbesteed. Regels, vooral als zij uit Europa komen, zijn regels, ook al zijn ze wat onzinnig en jagen zij de gemeenten op kosten. Voordat er Europees aanbesteed kan worden moeten er dikke boeken volgepend worden met allerlei zaken waarop men kan inschrijven met prijsindicaties en al. Die boeken moeten dan ook nog in x-talen vertaald worden, want Europees aanbesteden betekent ook dat zorginstellingen uit Letland of Litouwen mee mogen dingen naar opdrachten vanuit, in dit geval Woerden. Je zou er eigenlijk niet aan moeten denken. Je oude vertrouwde huishoudelijke hulp waar je al sinds jaar en dag mee omgaat te moeten inwisselen voor iemand die je niet kent, die geen weet heeft van je omstandigheden en je taal niet of onvoldoende spreekt.

Als fractie hadden wij grote zorgen bij deze operatie, te meer daar alles zich buiten het blikveld van de Raad dreigde af te gaan spelen en dan kan je maar één ding doen: vragen stellen.

Dat hebben we als fractie ook gedaan. In een memo aan het College van op de kop af 1 jaar geleden, hebben wij ervoor gepleit om in alle openheid met elkaar van gedachten te wisselen over de uitgangspunten van de aanbesteding en de te volgen procedure. Ook wilden wij het met het College hebben over de kwaliteit van de aan te bieden dienstverlening en, nou wordt het misschien wat te technisch en daardoor te ingewikkeld, over “het spanningsveld tussen de klassieke huishoudelijke hulp en de dienstbaarheid aan de ene kant en het commerciële ondernemerschap aan de andere kant”. Tenslotte lieten wij er in ons stuk aan het College geen misverstand over bestaan dat in de aanbestedingsprocedure ook heel nadrukkelijk het regionaal economische aspect moest meewegen. Mocht het lukken om binnen de eigen regio aan te besteden dan moest dat met beide handen aangegrepen worden, ook al zou de prijs daardoor wat duurder uitvallen. Wat dat laatste betreft waren wij als fractie van mening dat de werkgelegenheid in deze sector van groot belang is in het besef dat het in de sector van de huishoudelijke hulp vaak gaat om ongeschoolde, maar o zo hoog gemotiveerde medewerksters.

Antwoord kreeg de fractie niet rechtstreeks op haat stuk, maar indirect wel: het resultaat van de aanbesteding. Die viel mee , want de oude aanbieders kwamen terug. Er hoefde dus niets te veranderen. Gemeente blij, aanbieders blij en de klanten blij. Geen win/win-situatie maar typisch een win³-geval.

Te vroeg gejuicht? Zat het wel goed bij die aanbieders? Hadden ze zich niet verrekend om toch vooral de boot maar niet te missen?

Wie de laatste paar weken de kranten goed gevolgd heeft zou dat wel gaan denken. Kommer en kwel bij de huishoudelijke hulp. Veel thuiszorgorganisaties kampen met financiële problemen. Er dreigen ontslagen en er treedt verschraling van de hulpverlening op. Allereerst de ontslagen. Een grote thuiszorgorganisatie als De Vierstroom, in Woerden en omstreken welbekend, is voornemens om de thuishulpen te ontslaan, om ze later als zelfstandige in dienst te nemen. Dat spaart uit, want een zelfstandige betaal je als organisatie per gewerkt uur en overhead heb je niet of nauwelijks. Bovendien en dat is de verschraling van de hulp, treedt er een verschuiving op van gespecialiseerde thuishulp ( in de wandeling HH-2 geheten) naar eenvoudige vormen van huishoudelijke hulp (HH-1). Ook dat spaart uit, maar gaat wel ten koste van goed opgeleide medewerksters, die nu beneden hun niveau moeten werken. Maar de klant of beter gezegd de patiënt krijgt dan nog hulp. Anderen kunnen er voorlopig naar fluiten,want er hebben al thuiszorgorganisaties gedreigd met het invoeren van een patiëntenstop.

Hoe staat de vlag er in Woerden voor? Woerden is de meest gemiddelde stad van Nederland, dus zal zich ook wel niet kunnen ontrekken aan de malaise op het thuishulpfront.

Reden voor de fractie van PROGRESSIEF WOERDEN om maar weer vragen te stellen. De eerste vraag was of Woerden ook bespaard had op de thuiszorg. In haar antwoord gaf wethouder Haak aan dat dit inderdaad het geval is. Maar het bespaarde geld was al weer als sneeuw voor de zon verdwenen omdat de vraag naar hulp onverwachts groot was en die extra vraag heeft de vrijgekomen middelen opgesoupeerd.

Natuurlijk waren er wat PW betreft ook vragen over de verschraling van het hulpaanbod, de verdringingseffecten, de patiëntenstop en als klap op de vuurpijl de vraag of het College bereid is eventueel in moeilijkheden verkerende thuiszorgorganisaties , dat zijn er in Woerden zeven met als grootste Zuwe, de helpende hand te bieden als zij aantoonbaar onder de kostprijs werken.

Haak vond het allemaal in de haak wat Woerden deed. De Vierstroom bedient maar 20% van de markt in Woerden en bij de andere zes thuiszorginstellingen waren de problemen minder groot. Als er al problemen zijn dan heeft Woerden daar weinig mee te maken. Citaat: “buitengewoon spijtig voor de werknemers van de Vierstroom dat er collectief ontslag is aangevraagd. Als gemeente zijn wij er voor de cliënten”.

Geruststellend die woorden van de wethouder. Zo gemiddeld is Woerden dus niet. Het lijstje van problemen die andere gemeenten hebben en de meest gemiddelde onder hen niet, wordt al weer wat langer.

Tenslotte nog dit. De vragen zijn zondagavond 8 juli aan het College gemaild. Maandagmorgen luidde de kop van het hoofdredactionele commentaar in Trouw: “Hou de veranderingen in de thuiszorg scherp in de gaten”. Een oproep gericht aan de gemeenteraden. Onze fractie heeft daarop dus al geanticipeerd. Politiek gevoel? Toeval? De wethouder hebben wij in ieder geval als reactie op haar antwoorden verzekerd dat wij inderdaad de vinger stevig aan de pols zullen houden om er op toe te zien dat het wat de thuiszorg in Woerden betreft, de goede kant op blijft gaan.


Deel dit artikel