Kars

Geschreven door Wim van Geelen op 20 april 2011

Even eruit. Twee weken weg. Vliegreizen besproken in november vorig jaar. Onbewust van het feit dat uitgerekend die twee weken in begin april in het raadsmilieu van Woerden belangrijke bijeenkomsten zouden plaatsvinden. Zo mogen de hoorzitting over de zondagsopenstelling en de brainstormbijeenkomsten van Progressief Woerden met het oog op de komende bezuinigingen wel genoemd worden. Met de voeten dus in het bergachtige gebied van Noord Oost Turkije (Kars), maar met het hoofd bij die Woerdense ontwikkelingen.

In het gebied waar wij (echtgenote Sytske en ik) ons bevonden was ‘savonds niets te doen, dus waren wij frequente bezoekers van het plaatselijke Internetcafé. Wat een fantastisch middel om de ontwikkelingen in zowel Nederland als Woerden op de voet te volgen. Je raakt van slag als je op je beeldscherm getuige bent van die gruwelijke gebeurtenis in Alphen a/d Rijn. Afschuwelijk, wat een ellende.

Van een andere orde, maar toch ook afschuwelijk was de inbreng van ene Blok, een kaashandelaar, tijdens de hoorzitting over het openstellen van winkels op zondag. Door zijn god er zo nadrukkelijk bij te betrekken en hel en verdoemenis af te roepen over de raadsleden, wee de gebeente als zij zouden instemmen met verruiming van de zondagsopenstelling, was hij blasfemisch tot in de hoogste graad. En dan dat dreigen met mannetjes die hij € 50 zou toestoppen om even bij de voorstemmers een langs te gaan. Niet te filmen, wat een hoogmoed, wat een fundamentalist. Commissievoorzitter, mijn directe collega op deze plek, Marc Rjnders, liet dat kennelijk passeren. In Kars dacht ik nog wat ik gedaan zou hebben als ik daar niet gezeten had, maar de plaats van Marc, die voor deze keer mijn plaats innam. Antwoord op die vraag is natuurlijk niet te geven. Zeggen dat ik Blok het woord zou hebben ontnomen is wat al te gemakkelijk. Maar ik was maar wat blij met de aangifte die Marc’s fractievoorzitter, Ruud Mees, heeft gedaan. Per kerende post heb ik hem gemaild dat ik die stap vanaf afstand toejuich.

Even wat over die afstand. Wij zaten in Kars. Een stad die dichtbij de grenzen ligt van Armenië, Georgië en Iran. Ook ligt het dichtbij de Ararat. De berg van ruim 5.000m hoog Volgens dezelfde heer Blok, dat mag je van zo’n fundamentalist gevoeglijk aannemen, moet de ark van Noach zo’n 6000 jaar geleden daar zijn gestrand. Kars ligt in het armste deel van Turkije. Het is er een de zomer heet (tussen de 30 en de 45 graden) en ‘s winters heel koud (min 35). Eén van de bekendste romans van Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk met als titel sneeuw (kar in het Turks) gaat helemaal over deze stad.

Kars ligt in een gebied waar heel veel Nederlandse Turken vandaan komen. Het bepaalt het beeld dat heel veel landgenoten van Turkije hebben, arm, islamitisch, achtergebleven. Deze beeldvorming is jammer, want het onttrekt Turkije als economische en politieke grootmacht uit het zicht. Verblijf je in Istanbul, Ankara, Izmir en Antalya aan de Middellandse Zeekust, dan begrijp je veel beter dat Turkije, met jaarlijkse “Chinese” groeicijfers van 8 à 9%, inderdaad die grootmacht is. In onze media dringt dat niet of slechts mondjesmaat door. Veel verder dan het beschrijven van de pogingen op Europees niveau om Turkije’s aanvrag om EU lid te mogen worden, te dwarsbomen.

Aan de andere kant merk je ook weinig tot niets van Nederland in de Turkse media en dat zijn er nogal wat. Ongeveer 15 landelijke kranten en maar liefst 35 TV stations. Dagelijks lazen we 3 kranten en daarin kwamen we slechts 1 (zegge één) artikel over Nederland tegen. Even afgezien van het nieuws over Alphen, waaraan wel de nodige aandacht aan besteed werd.

Dat andere nieuws, opgediept uit het dagblad Zamam (de Tijd) wil ik de lezer van deze rubriek niet onthouden, omdat het ook relevant is voor de Woerdense situatie.

Aangehald wordt een studie van Diedrik Stapel en Siegwart Lindenburg van Tilburg Universiteit. Zij rapporteerden over een veldstudie die zij hadden ondernomen en laboratoriumexperimenten die zij hadden gedaan met als doel aan te tonen dat er in een nette omgeving minder gediscrimineerd wordt dan in een rommelige. Dus als de omgeving er goed uitziet, het onderhoud van de openbare ruimte in orde is en het vuil niet op straat rondslingert dan verdwijnt discriminatoire gedrag die mensen er in een vervuild milieu willen vertonen als sneeuw onder de zon.

De boodschap die onze Tilburgse onderzoekers ook voor ons Woerdense politici in petto hebben is: wees voorzichtig met te bezuinigen op de openbare ruimte. Ben je voorzichtig dan komt dat de sociale samenhang ten goede en krijgt het antidiscriminatiebureau in Utrecht het minder druk met klanten uit Woerden. Gewoon doen dus!


Deel dit artikel