Derivaten

Geschreven door Wim van Geelen op 1 februari 2012

De woningmarkt zit verstopt. De hypotheekmarkt is ook niet meer wat het was: mensen via een lening met een huis als onderpand in staat stellen een huis te kopen. Vooral starters op de woningmarkt hebben het moeilijk. Lange wachttijden, nauwelijks mogelijkheden om een woning te kopen en even weinig mogelijkheden om een huis te huren. Ga er maar aan staan.

Overal klinkt ach en wee. In Woerden hebben de fracties van het CDA, Inwonersbelangen en mijn eigen fractie de handen in elkaar geslagen om een impuls aan startende huurders en kopers te geven.

In een bomvolle trouwzaal werden door deskundigen voor het forum van Raad en College bedreigingen, maar ook kansen voorgeschoteld. Er is best nog wat mogelijk. Geen paniek. Het hoofd niet in de schoot.

Toch ben je geneigd het laatste te doen, geconfronteerd met nieuws als dat uit Rotterdam.

Daar is de grootste woningcorporatie van het land actief. Het woningbezit loopt tegen de 80.000 woningen in Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer en nog een handvol gemeenten. Tachtigduizend woningen vertegenwoordigen een groot financieel belang. Die rekensom hoeft niet gemaakt te worden. Maar laat die corporatie, Vestia geheten, nou een schuld hebben opgebouwd die in de miljarden loopt. Dat bericht kwam als een donderslag bij heldere hemel. In feite is Vestia failliet. Je zal toch maar in ee huis van ze wonen. Wat gaat er gebeuren?

Miljarden schuld en dat vanwege de handel en wandel in derivaten. Vraag niet wat het precies zijn, want dan ben ik met het antwoord daarop vier columns of nog wel meer verder. Maar kort gezegd  gaat het in ieder geval om financiële producten met een heel groot afbreukrisico. Hoewel: dat laatste hoeft niet, want je kunt er ook rijk mee worden. Presidentskandidaat Mitt Romney is daar het schoolvoorbeeld van. Maar het blijft een gok en die pakt voor Vestia nu zwaar negatief uit.

Maar gokken en een goed volkshuisvestingsbeleid gaan niet samen. Blijft het bij die ene corporatie?

Een gok en daar kan je dus heel veel mee verliezen. Bij Vestia en mogelijk ook bij die andere 70 corporaties die dit soort producten in huis hebben.

Dat een woningcorporatie, wiens primaire aandacht moet uitgaan naar de verhuur van woningen en het beheer en onderhoud daarvan zich met dit soort dubieuze speeltjes inlaat is een “bloody shame”. Maar ze hebben de mogelijkheden daartoe op een presenteerblaadje aangereikt gekregen.

Hoewel dat natuurlijk nooit de bedoeling is geweest van de operatie die Enneüs Heerma, staatssecretaris Volkshuisvesting namens het CDA, halverwege de jaren negentig uitvoerde. Zijn doel was de woningcorporaties los te maken van de overheid. Zij zouden voortaan zelf hun broek moeten ophouden. Dat zou de overheid geld besparen, was de simpele redenatie. Bovendien zou dat de eigen kracht van de samenleving mobiliseren. 

Dat is best wel gelukt, maar er is ook veel mis gegaan. Voor de vrijetijdsbestuurders die de meer dan duizend plaatselijke woningbouwverenigingen bestierden kwamen door de Heerma-operatie beroepsbestuurders in de plaats. Deden de vrijetijdsbestuurders hun zegenrijk werk voor een appel en een ei, de beroepsbestuurders kregen salarissen, die vaak hoog boven de Balkenende-norm uittorenden. Neem de directeurbestuurder van Vestia. Een half miljoen per jaar is toch echt veel meer dan wat Jan Peter op z’n bankrekening kreeg bijgeschreven.

Echt veel te veel voor een functie die weinig afbreukrisico in zich draagt. Dat deze functionarissen zich graag vergelijken met topmensen uit het bedrijfsleven is een kardinale fout. Een fout die te maken heeft met het afbreukrisico. In het bedrijfsleven aanwezig, want daar kent men doodsnood. Een bedrijf kan omvallen en dan is het gebeurd met de koopman.

Een woningcorporatie kan dat, net als een gemeente trouwens, niet. Dat blijkt nu ook weer bij Vestia. Miljarden verlies, maar de overheid gaat toch weer een vangnet aanbrengen. Want de overheid kan het zich eenvoudigweg niet permitteren dat een woningcorporatie omvalt. Ook zustercorporaties gaan aan het reddingsplan mee betalen. Misschien moet GroenWest ook gaan dokken. Als dat gebeurt dan ontstaat er nog minder ruimte om iets voor starters te doen. Zuur voor een corporatie die zich wel keurig aan de spelregels houdt en waar de directeurenbestuurders niet denken dat zij de gebraden haan uit kunnen hangen van gelden die in feite gemeenschapsgelden zijn.


Deel dit artikel